Labyellov

GEDRAGSREGELS

Gedragsregels voor spelers, ouders en trainer/coaches

Bovenstaande waarden en normen leiden tot de volgende concrete gedragsregels:

Spelers / speelsters

Wat wordt gewenst als gedrag?

Fair-play tijdens en na training en wedstrijd, d.w.z.:
• Wij zijn gastheer tegenover het team dat ons bezoekt, wij stellen ons dienstbaar op bij problemen of onduidelijkheden die het team heeft;
• Respect voor de tegenstander, correcte houding, geen intimidatie (in zoverre niet het gevolg van een kwaliteitsverschil);
• Eerlijkheid, ook wanneer het niet in eigen voordeel is;

• Ieder teamlid op gelijke wijze en met respect benaderen;

• Betrokken en omstanders met respect benaderen (wees beleefd tegen de scheidsrechter en spreek publiek gerust beleefd aan wanneer ze ongepast gedrag vertonen).
• Geen dronkenschap of overmatig alcoholgebruik na de wedstrijden.

Bevorder een positieve sfeer, d.w.z.:
• Wees hulpvaardig voor sp(e)el(st)ers die moeite hebben om zich sociaal te binden aan het team;
• Spoor medesp(e)el(st)ers aan tot respectvol en sportief gedrag wanneer nodig;
• De vereniging kan alleen maar bestaan met behulp van vrijwilligers: bied je zelf aan om te helpen;
• Indien gevraagd wordt voor hulp, wees bereid om je handen uit de mouw te steken;
• Heb begrip voor andermans (on)mogelijkheden;
• Praat positief / coachend over elkaar;
• Ga met respect om met de medesp(e)el(st)ers buiten de directe omstandigheid van de sportsituatie (geen pestgedrag of ander gedrag dat ervoor zorgt dat de relatie van het teamlid met het team kan worden aangetast).

Waarop kunnen we sp(e)el(st)ers aanspreken? Voor de duidelijkheid volgen hieronder enkele specifieke situaties, die te maken hebben met het verstoren van de trainingen en wedstrijden, zoals:
• Medesp(e)el(st)ers bewegen om dingen bewust anders te doen dan wat de trainer wil;
• Medesp(e)el(st)ers beledigen of denigrerende opmerkingen over hen maken;
• Schreeuwen of ander ongepast gedrag;
• Pesten of negatief benaderen van medesp(e)el(st)ers;
• Het steeds te laat komen (indien ouders hier een rol in spelen bij vervoer, ouders aanspreken);
• De kleedkamers netjes achterlaten;
• Gebruik van mobiel tijdens de training of wedstrijd (mobiel hoort in de tas), behalve bij voorafgaand overleg wegens bijzondere situatie;
• Gebruik van mobiel in privésfeer zoals de kleedkamer (het maken van foto’s van teamgenoten of tegenstanders in de kleedkamer)
• Ongepast gedrag naar scheidsrechter;
• Communicatie tijdens training of wedstrijd met iemand buiten het veld, indien niet in relatie met het volleyballen;
• (Ongevraagde) communicatie met de scheidsrechter door een ander dan de aanvoerder.

Ouders

Wat wordt gewenst als gedrag?

Gedrag dat de sp(e)el(st)ers helpt/ondersteunt/motiveert en niet tegenwerkt bij hun spel:
• Respectvol zijn naar scheidsrechters, coaches en sp(e)el(st)ers;
• Een positieve houding ten opzichte van de organisatie: een volleybalvereniging werkt met vrijwilligers die hun best doen er een mooie vereniging van te maken. Een positieve bijdrage wordt gewaardeerd.
• Een stimulerende en motiverende houding aannemen naar het kind, ook indien het niet het eigen kind is;
• Een stimulerende en motiverende houding aannemen naar het team, aanmoedigen van het team;

Positief meewerken aan regelingen rondom vervoer, wassen, e.d., zoals:
• Afmelden kan soms noodzakelijk zijn, doe dit zo snel dit duidelijk is. Afmelden doe je bij de trainer, niet bij een teamgenoot;
• Kom op tijd, ook bij onderlinge afspraken over gegroepeerd rijden (tip: spreek niet enkel een gezamenlijke vertrektijd af, maar spreek ook af dat bij te laat komen de rest van het team niet wacht. Neem wel contact op met elkaar en wissel hiertoe mobiele nummers uit);

Waarop kunnen wij ouders aanspreken? Enkele gedragingen die het wedstrijdverloop negatief kunnen beïnvloeden, zoals:
• Het zich bemoeien met kind tijdens wedstrijd of nabespreking;
• Het uitfluiten van het andere team, of negatief zijn tegenover (sp(e)el(st)ers van) het andere team of ouders;
• Het zich hoorbaar bemoeien met (vermeend) onterechte beslissingen van de scheidsrechter, dit dienen anderen te doen en bij escalaties via de NeVoBo.
• Het op de spelersbank te zitten of in het veld te stappen tijdens de wedstrijd, uitgezonderd indien hulp bij tellen of bij het invullen van het wedstrijdformulier (bespreek desnoods opmerkingen na de wedstrijd met de trainer/coach);
• Indien zij zich teveel met het beleid van de trainer gaan bemoeien, zoals:
• De trainer herhaald bellen met een mening over de training (deze vragen horen thuis bij de betreffende Technische Commissies);
• In het algemeen een te belastend contact met Labyellov vrijwilligers, zeker als dit wordt aangegeven door de betreffende persoon.

Trainers/coaches

Wat wordt gewenst als gedrag?

In relatie tot het positief training geven:
• Positieve houding t.o.v. de sp(e)el(st)ers, zorgen voor een aangename sfeer;
• sp(e)el(st)ers komen om het volleybal te leren, laat op gepaste wijze waardering zien over hun ontwikkeling hierin, kortom: positief trainen/coachen;
• Training afstemmen op niveau sp(e)el(st)ers en team;
• Saamhorigheid nastreven.

In relatie tot het respectvol training geven:
• Een pedagogische benadering nastreven in de trainingen;
• Evenveel aandacht geven aan iedere sp(e)el(st)ers;
• Een voorbeeldrol vervullen, waaraan de sp(e)el(st)ers zich graag willen spiegelen;
• Culturele bijzonderheden en gelegenheden van sporters respecteren, voor zover niet risicovol.

In relatie tot een veilig klimaat:
• Zieke of geblesseerde sporters benaderen met interesse en welwillendheid;
• Beseffen dat je als trainer een voorbeeldfunctie hebt;
• Normen en waarden duidelijk uitdragen, gedragsregels hanteren;
• Stel ouders in kennis wanneer er twijfels zijn over het welzijn van een sp(e)el(st)ers;
• Neem contact op met het bestuur of vertrouwenspersoon indien (een vermoeden van) pestgedrag, moeizame communicatie met het team of andere gelijkaardige probleemgevallen.

Waarop kunnen wij trainers aanspreken? Voor de zekerheid, een aantal concrete situaties:

In relatie tot onveilig gedrag van de trainer:
• Sp(e)el(st)ers in het openbaar negatief bekritiseren;
• Altijd hulp vragen aan dezelfde persoon, bijv. de ‘zwakkere’ speler, die altijd ja zal zeggen;
• Zonder de (schriftelijke) uitdrukkelijke toestemming van de speler, persoonlijke of vertrouwelijke informatie openbaar maken;
• Gebruik van mobiel in privésfeer zoals de kleedkamer (het maken van foto’s van sp(e)el(st)ers of tegenstanders in de kleedkamer)
• Gedrag hanteren dat als pesten zou kunnen worden uitgelegd;
• Kleedkamer is verboden gebied, melden als deur openstaat aan sp(e)el(st)ers;
• Meer fysieke aanraking dan functioneel noodzakelijk, teveel fysieke aanraking concentreren rond één speler;
• Het maken van opnames voor trainingsdoeleinden is toegestaan indien de sp(e)el(st)ers hiervoor toestemming geven; na de training dienen deze direct te worden verwijderd.

In relatie tot voorbeeldgedrag:
• Roken / alcoholgebruik tijdens de training of wedstrijd;
• Zelf wel met een mobieltje bezig zijn;
• Overmatig alcoholgebruik na de training of wedstrijd.